Osteotomie - Chirurgische kaakcorrectie
Chirurgische kaakcorrectie of osteotomie is een methode om een afwijkende stand van de kaak door een operatie te corrigeren. Daarbij streven we naar een functioneel evenwicht tussen kauwspieren, de rij tanden en kiezen van de onder- en bovenkaak, de luchtwegen en de gelaatsuitdrukking.
Bij de behandeling zijn meestal een tandarts, een orthodont en een kaakchirurg betrokken. deze behandeling wordt dus in teamverband voorbereid en uitgevoerd.
Veelgestelde vragen
Welke operatiemethoden?
De stand van de kaak bepaalt het type operatie. In alle gevallen moet daarbij een snede in het bot worden gemaakt voordat de kaak of een deel ervan kan worden verschoven. Dit heet osteotomie.
Volgende chirurgische kaakcorrectie onderscheiden we:
1. Osteotomie van de onderkaak
Om een te kleine onderkaak te verlengen, splijten we de onderkaak zodat deze als het ware kan uitschuiven. Nadat de onderkaak naar voren is geschoven, bestaat er een contact tussen de botdelen waardoor ze weer naar elkaar groeien. Er hoeft geen stukje bot tussen worden gezet.
De zenuw die het gevoel in de onderlip en kin verzorgt, loopt langs de botsnede. Dat kan na de operatie een tijdje een vreemd gevoel in de onderlip geven. Dit vreemde gevoel is niet 'zichtbaar' en herstelt normaal na enkele weken. Bij sommige mensen kan dit herstel enkele maanden duren. Uitzonderlijk blijft er een "ander' gevoel bestaan zonder dat dit de functie van de lip benadeelt.
Tijdens de operatie plaatsen we je onderkaak in de gewenste stand tegen de bovenkaak. Daarna verbinden we beide kaakdelen van de onderkaak met schroefjes aan elkaar. Je kan je mond na de operatie gewoon openen.
Soms worden de onder- en bovenkaak aan elkaar bevestigd met elastiekjes. Deze worden aanvankelijk vrij strak aangebracht.
In sommige gevallen bemoeilijkt een nog niet doorgebroken verstandskies/wijsheidstand het maken van een botsnede. In dat geval wordt de verstandskies/wijsheidstand geruime tijd van tevoren verwijderd.
2. Osteotomie van de bovenkaak
Hiervoor brengen we een horizontale botsnede aan door de neusbijholten in de bovenkaak en door het neustussenschot. Tijdens deze operatie plaatst de chirurg de bovenkaak in de gewenste richting. Soms ontstaat er na de operatie een tekort aan bot. Dat lossen we op door een stukje bot uit de onderkaak of uit de bekkenkam te nemen.
Je bovenkaak fixeren, doen we met plaatjes en schroeven. Onmiddellijk na de operatie worden eveneens strakke elastieken op de orthodontische brackets bevestigd.
Na een operatie van de bovenkaak kan je gedurende enkele dagen wat bloedverlies langs de neus hebben. Belangrijk is dat je dan niet snuit. Je krijgt een 'snuit- en niesverbod' gedurende 3 weken na de ingreep. Om de neus vrij te houden, kan je neusdruppels gebruiken.
3. Osteotomie van de kin
Ook de kin kan afzonderlijk verplaatst worden, naar voor of naar achter.
Dit heeft geen invloed op de tandocclusie.
5. Praktische info materialen
De Gebruikte plaatsjes en schroeven zijn uit Titanium vervaardigd en hoeven niet verwijderd te worden. Zij worden niet geregistreerd door metaaldetectoren zoals bijvoorbeeld op een luchthaven.
Welke verschijnselen kunnen er zich voordoen na de ingreep ?
Meestal heb je na de operatie weinig last van pijn op voorwaarde dat je de voorgeschreven pijnmedicatie gebruikt.
Na de operatie is je gezicht (soms erg) gezwollen. De zwelling vermindert doorgaans na drie dagen.
Soms komt er na de operatie een beetje bloed uit de mond of de neus. De neus kan beter niet hard gesnoten worden, het beste is om de slijmen 'op te halen'.
Wanneer je kiezen op elkaar vastzitten (met elastieken), krijg je vloeibaar voedsel. De eerste dagen kan dit heel lastig zijn omdat je gezicht gezwollen is . Daarna geeft dit veel minder problemen. Gebruik je medicijnen, waaronder 'de pil', dan vind je meestal wel een kleine ruimte tussen de tanden om deze door te slikken.
De duur van de opname in het ziekenhuis varieert van twee tot drie dagen.
Wat met de mondverzorging?
Wanneer de kaken met elastiekjes aan elkaar zijn bevestigd, heeft het gebit wat extra verzorging nodig.
Goede mondverzorging is erg belangrijk. Hiermee versnel je de genezing.
Goed poetsen met een tandenborstel met kleine kop (bijvoorbeeld een kindertandenborstel) is erg belangrijk. Na elke maaltijd (in principe drie) spoel je je mond met ontsmettend mondwater.
Droge lippen kan je voorkomen door lippencrème te gebruiken. Bijvoorbeeld een skistick of Terramycine oogsuspensie.
Welke voeding na de ingreep?
De eerste twee weken na de operatie mag je enkel vloeibare voeding eten. Bijvoorbeeld drinkyoghurt, drinkpudding of soep.
De bereiding van vloeibaar voedsel kost extra tijd en moeite. Dit geldt ook voor het opdrinken ervan. Daarom eet je best wat vaker per dag zodat je per keer wat minder hoeft te eten.
In principe kan je alles eten. Alleen niet op de gewone manier. Je kan voedsel bijvoorbeeld fijn malen met een keukenmachine, blender, staafmixer of zeef. Is het nog te dik, voeg dan wat kookvocht, melk of bouillon toe.
Meestal val je door deze operatie een paar kilo af. Zo nodig kunnen we aan het voedsel extra calorieën toevoegen. Fortimel of Nutridrink kan je bij de apotheker krijgen. Het is echter niet goedkoop, wordt niet terugbetaald en het smaakt niet zo goed.
De derde en de vierde week na de operatie mag je overgaan naar een gemixt of zacht voedingspatroon. Bijvoorbeeld aardappelpuree, vis, zeer fijn gehakt, fijngesneden kip, doorgekookte groenten. Mix je je voeding, dan hou je de verschillende smaken best gescheiden. Het mengen van verschillende smaken geeft vaak een smakeloos geheel.
De vijfde en zesde week na de operatie kan je stilaan evolueren naar een normaal voedingspatroon. De kauwspieren hebben ondertussen wel aan kauwkracht verloren. Voor harde voeding (bv stokbrood, pistolet, steak of een appel) kan het soms iets langer duren vooraleer je ze opnieuw op een normale wijze kan eten. Probeer dit zeker niet te forceren.
Hoe kunnen we u helpen?
Contacteer ons vandaag nog om een afspraak vast te leggen.